Na een paar keer koffiedrinken op het werk ervaar ik weer wat ruimte in mijn hoofd. Mijn herstel vraagt minder van mijn aandacht. Ik word ‘lui’ in mijn hoofd. Het is tijd voor wat uitdaging. Daarnaast heb ik het idee dat iedereen van alles meemaakt, behalve ik… Dat klinkt misschien raar, maar mijn wereld is niet veel groter dan de muren van mijn huis.
Ik besluit aan het werk te gaan. Ik stem dit af met de bedrijfsarts en mijn leidinggevende.
“Met welke werkzaamheden wil je starten, nadat je je mail hebt gelezen”’ vraagt die laatste. Daar had ik al over nagedacht.
“Iets zonder einddatum, zonder druk, zonder veel afstemming met anderen, iets wat ik goed kan.” Gelukkig krijg ik daar veel ruimte in.
Na vijf maanden behandelen en herstellen breekt mijn eerste werkdag aan. Met spanning in mijn lijf ga ik die ochtend naar kantoor. Ik parkeer mijn auto en loop richting het pand. Eenmaal door de draaideur voel ik de spanning van mij afvallen. Ik ben oprecht blij als ik de grote, hoge hal instap. Deze keer niet voor die kop koffie. Wel om aan het werk te gaan.
Een grote glimlach verschijnt op mijn gezicht. Ik zoek een werkplek in een rustige hoek, haal mijn laptop uit mijn tas, installeer alles en klap dan mijn laptop open. Als ik op het ‘outlook’-icoontje druk en het tandwieltje gaat draaien, weet ik nog niet wat me over een paar tellen te wachten staat.
Ik besluit eerst een kop koffie te halen. Daarvoor moet ik aan de andere kant van de afdeling zijn. Onderweg word ik een aantal keer aangesproken. Ik maak een praatje en sta dan eindelijk voor het koffieapparaat. Ik druk op ‘espresso’ en langzaam vult het bekertje zich. Ik neem nog een bekertje water mee.
Met twee bekertjes loop ik terug naar mijn plek. Net als ik zit en een slok van mijn espresso neem, staat er een collega aan mijn bureau. Hij vraagt hoe het met mij gaat. Ik word al aardig handig in kort en bondig antwoorden op deze vraag. Niet omdat ik niet wil praten, maar omdat ik op het werk ben om te werken.
Mijn laptop is in de slaapstand geschoten en als ie aanslaat weet ik niet wat ik zie! Mijn ogen worden groter. De mailtjes blijven op mijn scherm binnenstromen. Zo ziet vijf maanden afwezigheid er dus uit. Ga ik echt alles doorlezen? De moed zakt me in de schoenen…
Mijn vinger zweeft boven de ‘delete’ knop. Als er ergens een moment is om met een schone lei te beginnen dan is het wel nu. Ik neem een besluit. Zo, nu aan het werk!