Mijn hoofd is één grote warboel. Gedachten schieten alle kanten op en daarmee ook mijn emoties. Ik heb het even niet op een rijtje. Zoveel informatie, zoveel keuzes, zoveel onzekerheid. Ik loop over het parkeerterrein richting de auto en ontgrendel het slot. Dan blijven mijn gedachten op één ding hangen: iedere keer als ik door de draaideur het ziekenhuis uitloop, heb ik het gevoel dat mijn tumor groter en groter wordt.
Ik rij naar huis. Eenmaal thuis pak ik pen en papier. Ik begin te schrijven om die warboel, die in mijn hoofd zit, kwijt te raken. En om het gevoel van het steeds groter worden van mijn tumor eens van een afstandje te bekijken. Het papier is geduldig en ik blijf maar schrijven.
Als vanzelf denk ik terug aan het gesprek waarin ik de diagnose kreeg. Wat zei de verpleegkundig specialist op die bewuste vrijdagmiddag om 17.00 uur ook alweer? Ze vertelde hoe groot mijn tumor was en dat hij ‘goed behandelbaar’ bleek. Dat laatste knoopte ik in mijn oren en nam een besluit.
Ik was klaar met ‘als er uit het onderzoek dit of dat komt, volgt deze of die behandeling’, daarna kunnen we eventueel nog dit of dit’. De ‘wat als’-vragen besloot ik niet meer allemaal tegelijk te stellen. Ik kon het niet overzien. Ik ging doen waar ik in mijn werk ook goed in ben: van een afstandje kijken en overzicht creëren. Dus orde scheppen in de chaos en structuur aanbrengen. En zo besloot ik om mijn proces stap voor stap aan te pakken. Te beginnen met stap 1; de operatie.
Heel gek, maar dat besluit gaf me rust. Het werd behapbaar voor mij en ik kon het overzien. De tumor werd weer zo groot als hij was. Mijn omgeving nam ik mee in mijn besluit. Hierdoor konden alle vragen over vijf stappen verder achterwege blijven. Geen ontkenning of ‘er niet aan willen’. Het proces is zó groot en de situatie zó ingrijpend dat dit mijn beste besluit was.
Dat schrijven ben ik overigens blijven doen. Vanaf het eerste onderzoek. En op de eerste bladzijde van mijn kankerschrijfboek staat de grootte van mijn tumor en ‘goed behandelbaar’ met een grote cirkel eromheen. Of nou, eigenlijk, met misschien wel twintig cirkels eromheen!
Mijn pen is om die woorden een eigen leven gaan leiden. Plopte er een vraag op die niet bij de stap hoorde, waar ik op dat moment in zat, dan noteerde ik deze. Ik stelde de vraag dan bij de juiste stap in het ziekenhuis.
De warboel in mijn hoofd loste als sneeuw voor de zon op!